Zelfstandigheid voor peuters
Peuters kunnen al heel veel zelf.
Het is belangrijk om hen de kans te geven ook zelfstandig te handelen.
Bijvoorbeeld door zelf hun lunch klaar te maken, de planten water te geven, blaadjes op de vegen.
Waarom is zelfstandigheid zo belangrijk voor je peuter?
– Zelfstandig handelen versnelt de fijne en grote motorische ontwikkeling, want de peuter oefent ten slotte.
– Zelfstandig maaktminder afhankelijk van de volwassenen dit scheelt veel wachttijd (en dus irritatie).
– Peuters die ervaren dat hen iets zelf lukt zijn trots op zichzelf: goed voor het zelfvertrouwen dus.
– Als iets zelf lukt zal de volgende (ietsje moeilijkere) taak ook wel lukken. Zo komt de peuter in een positieve spiraal terecht.
– Je peuter oefent op een natuurlijke, ontspannen manier onbewust met taal en rekenactiviteiten.
Wat levert een zelfstandige peuter jou op?
– Een peuter die minder afhankelijk is dus die minder begeleidingstijd vraagt. Heel relaxed.
– Een peuter die trots op zichzelf is en dus lekkerder in zijn vel zit.
– Een peuter die minder hoeft te wachten en dus minder geïrriteerd is en minder hoeft te ‘zeuren’.
Waar moet je op letten?
– Als je jouw peuter wilt leren hoe iets moet laat het dan voor al zien. Voordoen dus en niet verwoorden.
Dit heeft te maken met spiegelneuronen die bij peuters zeer actief zijn.
Ben je rechtshandig? Ga dan rechts van jouw peuter zitten. Ben je linkshandig? Ga dan aan de linkerkant zitten.
Zo blokkeren je handen het uitzicht van jouw peuter niet.
– Zorg dat jouw peuter zelfstandig bij de spullen kan die hij of zij nodig heeft (op eindhoogte en niet achter slot en grendel dus).
– Uiteraard zijn de spullen kindvriendelijk (geen scherpe messen, kaasschaaf of heet water etc.)
– Zorg dat de spullen op kindermaat zijn. Zou jij kunnen afwassen met een afwasborstel zo groot als je eigen buik?
– Zorg dat kinderen gemakkelijk alles tegelijk kunnen pakken (bijvoorbeeld door het op een dienblad te zetten) of zorg voor een ‘hulpkaart’ waar alle spullen op getekend staan.
– Zorg dat alle spullen heel (niet kapot) en schoon zijn.
– Zorg dat de spullen niet te zwaar zijn (leef je in, in jouw peuter: wat voor ons licht is kan voor hem/haar best zwaar zijn).
– Zorg voor oefenen tijd (een peuter doet er, zeker in het begin, circa 5 keer zo lang over als wij).
– Zorg voor een goede ruimte om de taak op / aan/ in uit te voeren waarin, zo nodig, geknoeid mag worden. Denk aan een plastic tafelkleed, een goed kinderschort, bouwzeil, laarsjes etc.
Tips
– Zorg dat je verwachtingen ten op zichtte van je kind reëel zijn. Peuters hebben vaak nog moeite met de executieve vaardigheden, houdt hier rekening mee.
– Ieder kind is anders dus kijk goed naar wat jouw kind kan en wil en welke begeleiding hij/zij nodig heeft.
– Plannen is nog lastig dus geef behapbare, overzichtelijke opdrachten en/of maak (teken of knip plaatjes uit of fotografeer) een stappenplan.
– Tel na een opdracht minimaal tot 30 voor je weer herhaalt.
– Richt je op het proces, niet op het resultaat.
– Benoem wat wél de bedoeling is en niet wat niet de bedoeling is.
– Wordt niet boos als het niet direct lukt, uiteindelijk lukt het wel: er zijn weinig gezonde mensen van 18 jaar die geen eitje kunnen pellen 🙂
Als je peuter ergens nog niet aan toe is, is dat niet erg. Het komt niet op zijn of haar CV te staan. Laat het los en probeer het later nog een keer.
– Zorg voor herkenbare, vaste rituelen.
– Loopt het anders dan verwacht of gedacht? Verzin en benoem zelf een alternatief. Veel peuters zijn er nog niet aan toe dit zelf te bedenken.
– Gelijkwaardigheid is geen gelijkheid.
– Geef slechts aan de helft van je bemoeizucht toe.
– Ga eens op de grond zitten op de ooghoogte van je peuter en ervaar wat je ziet in huis.
Vanaf dit perspectief kun je ervaren hoe de wereld er voor jouw peuter uitziet.
– Thuis is thuis: een ontspannen plek waar geen stress en prestatiedruk hoort te heersen.
Oefenen is dus leuk en plezierig maar zodra het stress oplevert stop er dan tijdelijk mee.