Overzicht activiteiten Rupsjes
Taal Ontwikkeling
Op de babygroep is taalontwikkeling de primaire activiteit.
Door taal kan een kind indrukken ordenen en daardoor categorisch verwerken.
Door taal kan een mens herinneringen maken.
Taal is dus de voorwaarde om tot ontwikkeling te komen en vanuit dat perspectief de belangrijkste activiteit.
Doen!
Sensitief verzorgen
- Verwoord zo veel mogelijk wat je gaat doen en doet. Geef baby’s voldoende tijd om te reageren. Let op! Dit duurt best lang. Zie video hiernaast voor het goede voorbeeld.
Interactieve gesprekjes met beurtwissels
- Zorg dat je tijdens gesprekjes met de baby om-de-beurt geluid maakt: zorg voor ‘beurt wisselen’
- Praat rustig en vriendelijk tegen de baby.
Leg de geluiden die het kindje hoort uit (‘Broem, doet de auto’).
Benoem de personen en dingen om het kindje heen (‘Daar is Janneke’, ‘Kijk hier is het doekje’).
Vertel het kindje steeds wat je aan het doen bent (‘Zo, ik ga je billen schoonmaken. Zie je dit doekje? Het is een beetje nat en koud. Ik ga met dit doekje jouw billen schoonmaken.’).
- Volg de blik van het kind zo veel mogelijk en verwoord wat hij/zij ziet.
- Doe taalspelletjes als ‘hop-paardje-hop’, ‘kiekeboe’, iets verstoppen onder een doek en samen ontdekken wat het is (maak het spannend door het te raden)
- Neem tijdens het praten de geluidjes, gezichtsuitdrukking en gebaren van het kind serieus: dit is zijn/ haar communicatiemiddel. Hoe meer hij/zij het gevoel heeft begrepen te worden hoe meer dit de communicatieve ontwikkeling stimuleert.
Minimaal twee keer per dag voorlezen

Tot 9 maanden zo veel mogelijk boekjes met duidelijke contouren kleuren die contrast geven.

Voor kinderen vanaf 9 maanden kun je de collectie uitbreiden met 'zachte en warme' plaatjesboeken.
- Gebruik prentenboekjes waarbij vooral zelfstandig naamwoorden (wat je kunt pakken/zien/voelen) wordt benoemd.
- Pak het liefst de spullen erbij. Lees je voor over een appel? Pak een appel erbij en laat de baby het voelen.
- Vertellen is leuker en meestal interactiever dan voorlezen.
- Zorg, zeker bij oudere baby’s, voor stemvariaties: tempo, volume, hoogte, tonen aanhouden of inkorten… wees een acteur en maak er een toneelspel van zonder de interactie met het kind uit het oog te verliezen.
TIP
Helemaal leuk is om voor ieder kind een persoonlijk fotoboekje te maken: vraag ouders om foto’s in te leveren van de baby, van papa, mama, familie, vrienden. Vul de collectie aan met foto’s die je zelf maakt op de locatie met jezelf of je collega met de baby. Doe het in een fotoboekje (liefst een fotoboekje waar je de foto in kan schuiven). Vraag en maak met enige regelmaat nieuwe foto’s. Zo blijft het boekje spannend.
Het boekje wordt een voorleesboekje. Geen zelf lees boek.

Dit boekje is superhandig omdat je de foto van de baby voorop kan plaatsen. Zo hoef je niet lang te zoeken. Helemaal handig is het als je een klein portretfotootje van de baby op de rug plakt!
Dit boekje koop je overigens bij de Action voor €1,99
Begeleiden 'zelf' lezen
Geef het kind boekjes van stof of plastic en kijk samen naar de plaatjes. Benoem wat jullie samen zien. Vertel rustig wat je ziet op de plaatjes. Herhaal hierbij regelmatig. Geef het kind ondertussen reageertijd. Besef dat een baby een stuk langer de tijd nodig heeft om te reageren dan een volwassenen.
Dit is dus anders dan voorlezen: het kind leest zelfstandig met jouw hulp!

Goed boekje:
– contrasten
– duidelijk wat het onderwerp is
– simpel / niet te druk
– kan tegen een stootje
– makkelijk schoon te maken

Goed boekje:
– contrasten
– duidelijk wat het onderwerp is
– simpel / niet te druk
– kan tegen een stootje
– makkelijk schoon te maken

Geen goed boekje:
– te druk
– onderwerp is niet helder
– te weinig contrast in illustratie
– voelt niet fijn aan
– baby wordt overvoerd met te veel prikkels

Geen goed boekje:
– te druk
– niet helder voor de baby of het nou een boekje of knuffel is
– baby wordt overvoerd met te veel prikkels door geluidjes, lichtjes
– olifant is lastig schoon te maken
Gebruik gebarentaal
Hou dit zo vaak mogelijk en zo consequent mogelijk vol.
Kinderen zijn vanaf 6 maanden instaat de gebaren te interpreteren en vanaf 10 maanden in staat om terug te gebaren.
Gebarentaal is extra belangrijk omdat dit kinderen die twee- of meertalig worden opgevoed te helpen een brug tussen de talen te slaan.
Poog ouders zo veel mogelijk te stimuleren ook kindergebarentaal te leren.

Je kunt woorden en liedjes met gebaren zien (en oefenen) via Lotte en Max.
Gebruikersnaam: amelieruijters@icloud.com
Wachtwoord:
Knofje11
ontwikkeling Muziek
Na taal is de muzikale ontwikkeling op de babygroep het belangrijkst.
Muziek is enorm belangrijk voor baby’s: het geluid van het kloppen van het hart van de moeder is de eerste connectie naar ‘buiten’.
Ritme geeft een vertrouwd gevoel en biedt orde. Ritme is de belangrijkste ondersteuning om taal te leren.
Geluid komt bij baby’s veel intensiever binnen (tegen onderzoeken van vroeger in waarin juist werd beweerd dat baby’s nog niet zo goed konden horen) dan bij volwassenen. Baby’s hebben veel behoefte aan muziek zonder bas, met ritme en niet ‘te heftig’. Daarom zijn veel kindercd’s echt nog niet geschikt voor baby’s.
Doen!
Structureren met muziek
Muziek helpt de baby om duidelijk te maken wat er gaat gebeuren.
Door steeds hetzelfde liedje te zingen bij een bepaalde activiteit herkent de baby welke activiteit er gaat gebeuren. Een liedje is langer en melodieuzer dan een enkel woord. Daarom is het makkelijker herkenbaar. De herkenning en geruststellende toon van het zingen geeft de baby het gevoel van controle en veiligheid.
Het is belangrijk dat iedere pedagogisch medewerker (in opleiding) consequent de vaste liedjes bij de vaste activiteiten doet. Wil je meer liedjes zingen is dat prima maar start met het vaste liedje. Het wel of niet hebben van zangtalent maakt overigens voor de baby helemaal niet uit.
Noot: Zing zo veel mogelijk zelf. Door zelf te zingen wordt het kind veel meer persoonlijk aangesproken dan vanaf een cd of pm3. Als je zelf zingt kun je bovendien het tempo aan de hand van de interactie die je met de baby hebt aanpassen.
Vaste liedjes bij vaste activiteiten:
Drinkmomenten (voor baby's die fles krijgen )
Smakelijk drinken (zwaaien naar je wang)
Smakelijk eten, (zwaaien naar je wang)
Slok, Slok, Slok, (drink beweging)
Slok, Slok, Slok, (drink beweging)
Dat zal lekker smaken (zwaaien naar je wang)
Dat zal lekker smaken (zwaaien naar je wang)
Drink maar op. (drink-beweging)
Drink maar op. (drink-beweging)
Eten en drinkmomenten (voor baby's die vast voedsel eten)
Smakelijk eten, (zwaaien naar je wang)
Smakelijk eten, (zwaaien naar je wang)
Hap, Hap, Hap, (eet-beweging)
Slok, Slok, Slok, (drink beweging)
Dat zal lekker smaken (zwaaien naar je wang)
Dat zal lekker smaken (zwaaien naar je wang)
Eet maar op. (eet-beweging)
Drink maar op. (drink-beweging)
Verschonen
Zullen we eens kijken, kijk je met me mee.
Even kijken in je luier, samen met z’n twee.
Wat zal er toch in zitten? Ja jij weet het al.
Voor mij is het spannend wat er uitkomen zal.
O jee, o jee, je luier staat weer bol
Je hebt goed je best gedaan. Een hele luier vol.
O jee, o jee, een hele luier vol
Even schoonmaken.
Nieuwe luier om.
Kleertjes goed.
Ja, ik weet hoe het moet!
Slapen
Slaap [naam kind], slaap.
Daar buiten loopt een schaap.
Een schaap op witte voetjes.
Die drinkt zijn melk zo zoetjes.
Slaap [naam kind], slaap.
Daar buiten loopt een schaap.
Muziek om taal te stimuleren
Veel liedjes zijn op rijm. Dit bevorderd de taal ontwikkeling.
Daarbij zijn veel liedjes geschikt om gebaren bij te maken.
Gebruik zo veel mogelijk de officiële kindergebaren.
Op het YouTube kanaal ‘Nederlands Gebarencentrum’ vindt je veel liedjes met gebaren.
Op het YouTube kanaal ‘gebarenliedjes’ vindt je veel liedjes met gebaren.
Op het YouTube kanaal ‘Zingen met je handen’ vindt je ook veel liedjes met gebaren.
Veel liedjes zijn op rijm. Dit bevorderd de taal ontwikkeling.
Daarbij zijn veel liedjes geschikt om gebaren bij te maken.
Gebruik zo veel mogelijk de officiële kindergebaren.
Zing vooral simpele liedjes waarin veel herhaling voorkomt.
Poog liedjes zo veel mogelijk te selecteren bij de situatie.
Bijvoorbeeld: Als je samen met het kind buiten bent en het gaat regenen: ‘het regent’ en ‘anders moeder paraplu’.
Heeft de baby een knuffel van een poesje vast: ‘Poesje mauw’.
Voorbeelden: ‘Dit zijn mijn wangetjes’, ‘olifantje in het bos’, ‘schaapje, schaapje, heb je witte wol’, ‘op een grote paddenstoel’, ‘de wielen van de bus’, ‘Hansepansekevertje’, ‘alle eendjes zwemmen in het water’, ‘klein vogelijs’, ‘klap eens in je handjes’, ‘in de maneschijn’, ‘Roodborstje tikt’.
Voorbeelden waarin het wordt voorgezongen en meer liedjes vind je hier.
Op het YouTube kanaal ‘ Kinderkoor Enschedese Muziekschool’ vind je klassiekers. Vooral onder ‘liedjes met een hoepeltje’ erom.
Wel meer om te horen hoe je moet zingen dan om mee te zingen gezien de enorme toonhoogte.
Nog een voorbeeld.
Juf Roos is iets hipper en vlotter.
Muziek ter bevordering van de emotioneel-sociale ontwikkeling
Samen spelen kunnen baby’s nog niet. Je kunt er met liedjes wel voor zorgen dat baby’s elkaar zien en duidelijk maken dat jij het kind ziet. Zo leert een jonge baby dat hij/zij een eigen persoon is (en geen onderdeel van papa of mama of jou) en oudere baby’s leren oog te hebben voor anderen. Zing daarom iedere morgen in ‘de kring’ (zo ver dat gaat met de aanwezige baby’s) het goedenmorgenlied.
Goedemorgen
Ga ieder kind en iedere beroepskracht af met het volgende liedje:
Goedemorgen [naam kind], wat fijn dat je weer te zien.
Wie zit er naast je, weet je dat misschien? (Naam kind of beroepskracht benoemen)
Bij het laatste kind:
Goedemorgen [naam kind], wat fijn dat je weer te zien.
Jij was de laatste, wist je dat misschien?
Begin de dag met een dansje
Klappen in de handen
Zeg hallo tegen [naam kind]
[naam kind], [naam kind]
Zeg hallo tegen [naam kind]
Zeg hallo
Dansen
Baby’s vinden het heerlijk om te dansen. Zeker dicht tegen je aan.
Zorg dat je het kind goed kan blijven zien zodat je steeds kan controleren of hij/zij het nog leuk vindt.
Je hoeft niet fantastisch te kunnen dansen maar poog wel zo veel mogelijk mee te gaan met het ritme van de muziek.
Maak het voor jonge baby’s niet té wild.
Vind je het gênant om te dansen?
Vraag een collega mee te doen.
Mooi voorbeeld van dansen met baby’s. Kan met ieder lied.
Zo kan het ook. Lievevol en eigen.
Hoewel grappig en een rage in Amerika: Zo niet. Er wordt weinig rekening gehouden met de kinderen, de muziek is niet passend en omdat iedereen hetzelfde moet doen is de volwassene in plaats van het kind leidend.
Muziek inzetten om baby's (en ouders en jezelf) rustig te maken.
Dit wil zeggen dat muziek -meer dan gesproken taal- invloed heeft op emoties.
Probeer het zelf maar eens: voel je je moe of niet zo lekker; zet vrolijke muziek aan en je voelt je na een paar minuten al een stuk vrolijker.
Er is muziek die de hartslag verlaagd. Door een lagere hartslagfrequentie wordt een baby (en volwassenen ook) rustiger. Dit is belangrijk omdat een baby die stress heeft (bijvoorbeeld na stressen thuis om op tijd bij het kdv te komen, of tijdens het wennen of te veel prikkels op de groep) stresshormoon (dat het Cortisol) aanmaakt. Dit stresshormoon is schadelijk, ongezond.
Zet hartslagverlagende muziek op:
– In de ochtend, bij binnnekomst
– Als er te veel prikkels op de groep zijn (veel kinderen of veel huilende/ mopperende kinderen)
LET OP
Luister voor dat je ‘ontspannen muziek op zet altijd eerst zelf. Er wordt veel ‘pingel-muziek’ aangeboden. Dat is niet prettig.
Raimond Lap heeft erg prettige hartslag verlagende muziek speciaal voor kinderen. Zoek in Apple Music, Spottify of Youtube op zijn naam.
2 uur durende fijne ontspannende muziek, speciaal gecomponeerd voor baby’s.
Ontspannend en herkenbaar : Staat ook op Apple Music en Spottify.
Muziek als begeleiding van slaap: White noise
Muziek kan bij baby’s erg goed werken om in slaap te vallen.
Hiervoor kun je de muziek gebruiken die hierboven is genoemd.
Maar ook ‘white noise’. Whiste noise is een constant en voorspelbaar geluid dat er voor zorgt dat omgecvinggeluiden geneutraliseerd worden. Hierdoor worden de hersenen van de baby minder afgeleid. Dit is hernbaar voor de baby omdat hij/zij in de baarmoeder ook contant ‘white noise’ hoorde: het ruisen van van het bloed door de bloedvaten. Baby’s zijn dus helemaal niet gewend om te slapen in stilte.
Je kunt verschillende apps hiervoor downloaden zoals ‘white noise’, ‘sleepboot’ en ‘white noise lullaby-Baby’.
Ook op YouTube, Spotiffy en Apple Music vind je veel white noise muziek.
Tevens kun je de Mivalo slaaphulp gebruiken. Deze geeft buiten geluiden ook breathing licht.
Welke muziek niet gebruikt wordt op de babygroep
– Radio
– Alle muziek met een harde beat: rap, house, pop, beat rock, elektronische muziek, breakdance, hip hop, negerhop, reggae, ska etc.
– Kinderliedjes die erg druk zijn zoals veel liedjes van de minidisco
– Opera
– Jazz
Welke muziek wel gebruikt wordt op de babygroep
– Zelf gezongen liedjes!!!
– Muziek die je zelf met een instrument maakt!!!
– Hartslagverlagende muziek
– White noise
– Klassieke muziek
– Rustige kinderliedjes zoals ‘liedjes met een hoepeltje erom en pippeloentje’
Met mate:
– Kinderliedjes die een beetje druk zijn zoals: ‘Dirk Scheelde, VOF de kunst, Cowboy Billie Boem etc.’
– Wereld muziek
Af en toe:
– Softpop zonder harde beat, Motown, blues, merengue, muzak
Oog- handcoördinatie
Doen!
Gebruik de juiste mobiel
Een mobiel gebruik niet om baby’s ‘bezig’ te houden maar dragen bij aan de ontwikkeling van de hand-oogcoordinatie. Het is belangrijk dat je de juiste mobiel op het juiste moment aanbiedt. Onderstaande tijdlijn in maanden is een richtlijn. Observeer het kind: zijn reactie op de mobiel is leidend.

Hoog contrasterende kaarten
Wanneer? 0 weken
Net geboren baby’s zijn nog niet toe aan een mobiel. Zij kunnen maximaal 20 centimeter ver kijken. Vanaar dat zij krijgen een platen in het wiegje krijgen dicht bij hen. De platen zijn zwart-wit. Dit contrast kunnen de baby’s goed zien. De vormen zijn wiskundig.

Hoog contrasterende mobiel
Wanneer? vanaf 2 weken
Deze mobiel komt te gemoed aan het ontwikkelende gezichtsvermogen van pasgeborene. Vandaar het zwart- witte contrast.
Waarschijnlijk gebruik je deze mobiel tijdens de opvang dus niet vaak.
De vormen zijn wiskundige elementen. Uit onderzoek blijken deze vormen het mathematische vermogen bij jonge baby’s te stimuleren. Hierdoor zouden kinderen een wiskundige voorsprong krijgen.
Of dit nou klopt of niet… voor jonge kinderen is het erg prettig om te kijken naar contracterende vormen

Regelmatige 8-vlaks mobiel
Wanneer: vanaf 4 weken
Deze mobiel wordt gebruikt na de hoog contrasterende mobiel. Ook deze heeft veel contrasten. De mobiel introduceert de primaire kleuren. De baby is nu ontwikkelingsklaar is om ze waar te nemen.
De 8-vlaks vormen zijn geometrisch. Je noemt ze ook wel octaëders. Deze vorm stimuleert baby’s om hun twee ogen samen te coördineren.,
Ook deze vorm is een wiskundig element.

Chromatische mobiel
Wanneer: vanaf 6 weken .
Deze mobiel kan worden ingezet omdat de baby dan het volledige kleurenspectrum kan zien. Deze mobiel introduceert kleurgradaties die het chromatische gevoel van de baby stimuleert en verfijnt, omdat de baby door deze mobiel wordt uitgedaagd om onderscheid te maken tussen tinten van dezelfde kleur. Dit stimuleert tevens het concentratievermogen.

spelen met zijde
wanneer: vanaf 8 weken
Knop een zijde doekje aan de babygym zodat de baby makkelijk kan grijpen. Omdat het oppervlak groot is grijpt de baby snel raak. Zorg dat je een klein lapje opknoopt zodat er geen verstikkingsgevaar dreigt.

bel om te grijpen
wanneer: vanaf 10 weken
Knop een lint met bel aan de babygym. Als de baby per ongeluk tegen het belletje stoot krijgt hij een beloning. Zo wordt het gericht mikken met de hand gestimuleerd. Wissel dit belletje af met ‘de dansers’.


mobiel om tegen aan te tikken
wanneer: vanaf 11 weken
Hoewel nog niet doelgericht is een ring – al dan niet met kleurtjes of ringetjes- een leuke uitdaging. Hang de ring zo dat de baby er makkelijk bij kan.

mobiel om te schoppen
wanneer: vanaf 11 weken
Niet alleen met de hand tegen iets aan tikken is leuk maar schoppen ook! Je kunt van alles bedenken: met of zonder belletjes, zacht balletje, ring etc. Hang het voorwerp zo dat de baby er makkelijk bij kan. Beperk het aantal prikkels, maak het dus niet te druk. Kortom: niet twee mobiels bij 1 baby.

mobiel dansers
wanneer: vanaf 11 weken
De baby is nu nog verder in de visuele ontwikkeling. De dansersmobiel heeft bewegende delen waarop het licht reflecteert. De armen, benen en hoofden van de figuur bewegen afzonderlijk. Helemaal wat de baby nodig heeft op dit moment: de bewegingen die toch een eenheid vormen. Een echte visuele uitdaging! De baby maakt door deze mobiel kennis met reflectie en materiaaleigenschappen van objecten: welke stukken blijven als het licht er op valt constant? En welke veranderen?

Vlindermobiel
wanneer: vanaf 13 weken
De baby houdt ervan om naar steeds complexere vormen te kijken. Deze vlinders bieden de baby dat. De kleuren verschillen wat de mobiel nog aantrekkelijker maakt.

Vlindermobiel
wanneer: vanaf 15 weken
De baby begint steeds doorgelichte te grijpen. Als hij een bal of voorwerp te pakken krijgt is hij heel trots.
De puzzelbal helpt de baby makkelijk vast te houden. Het helpt om de overgang te maken naar speeltjes buiten de babygym om.

Lintenmobiel
wanneer: vanaf 16 weken
De baby wil steeds meer interactie. Hij is wel bijna klaar met de babygym.
De laatste leuke manier om het spannend te houden is met linten verschillende kleuren. De baby kan deze pakken en maakt kennis met verschillende structuren.
Zorg dat de linten niet lang zijn in verband met stikgevaar.
Het ene kind is sneller uitgekeken op de mobiel dan het andere kind. Kijk altijd goed naar het gedrag van het kind: is het kind bewegelijk, speelt het niet meer echt met de mobiel of kijkt hij weg? Dan heeft hij er genoeg van.
Geniet de baby nog zichtbaar van het spelen met de mobiel. Laat hem dan vooral lekker nog even staan! 🙂

sensorische ontwikkeling
Doen!
Gebruik de juiste rammelaar
Als je de juiste rammelaar op het juiste moment aanbiedt sluit je aan bij de ontwikkelingsfase van de baby. Zo ontwikkel je de grove motoriek optimaal. Onderstaande tijdlijn laat je zien wanneer je welke rammelaar het beste kunt aanbieden bij een gemiddeld kind. Ook hierbij geldt: altijd kijken naar het kind. De ontwikkeling van het individuele kind is leidend. Gemiddelde kinderen bestaan niet! 🙂

Hoogcontrast kleine rammelaar
wanneer: vanaf 2 maanden
Onder de twee maanden heeft het aanbieden van een rammelaar vaak nog geen zin. De baby leert de eerste twee maanden voornamelijk door leer-kijken.
Vanaf twee maanden kun je de eerste rammelaar aanbieden. De vorm van de rammelaars hiernaast zijn het meest geschikt: ze houden makkelijk vast. Het zwaarte punt is netjes in balans. De grootte past bij het babyhandje en het is niet zwaar.
Het voordeel van de zwart-witte versie is dat deze hoogcontrasterende kleuren heeft wat een baby aantrekkelijk vind in verband met zijn gezichtsvermogen dat in ontwikkeling is.
De houten versie heeft als voordeel dat hij makkelijker schoon te maken is.

houten ring
wanneer: vanaf 10 weken
Een ronde houten ring weegt niet veel en is makkelijk vast te houden. Hij komt ook te gemoed aan de tactiele (verkennen met de mond) ontwikkeling.
In het plaatje is de gradatie aangegeven van makkelijk naar moeilijk. Je hoeft niet perse alle ringen aan te bieden aan een baby. Begin bij de eerste en kijk daarna waar de baby het meeste plezier aan beleefd.


staafje met bel
wanneer: vanaf 12 weken
Het vasthouden gaat al wat beter Maar een eenvoudige rammelaar is nog wel gewenst. Het liefst een die in het babyhandje past en licht is.
De eerste rammelaar op het plaatje is het makkelijkst: hoe minimaal de baby de rammelaar ook beweegt: hij rinkelt.
Voor de tweede moet de baby wat meer zijn best doen. Deze heeft al een iets specifiekere plek om vast te houden.

mobiel om te grijpen
wanneer: vanaf 16 weken
De baby is toe aan iets meer uitdaging. De rammelaars mogen ietsje groter en zwaarder worden maar niet te veel. De eerste rammelaar op het plaatje is het makkelijkst omdat hij licht is en de zwaarte in balans is door de uiteinde. Het is lastiger dan het staafje met het belletje omdat er een meer gerichte beweging gemaakt moet worden om geluid te produceren.
De tweede en derde rammelaar vragen ook om een meer gerichte beweging. Echt heel gericht bewegen kunnen de meeste baby’s rond deze leeftijd nog niet.
Het gewicht bij de laatste twee rammelaars zit op één punt. Dat maakt deze rammelaars al een grotere uitdaging.

IDe glitter trommel
wanneer: vanaf 18 weken
Als de baby de glittertrommel aanraakt draait deze naar een andere kleur. Het maakt een zacht ratelend geluid.
De glittertrommel stimuleert de oog- hand coördinatie. De baby leert oorzaak-gevolrelaties.

Ingewikkelde rammelaars
wanneer: vanaf 24 weken (6 maanden)
De baby kan behoorlijk gerichte handelingen maken. Het moeilijker de vorm, des te leuker de baby het vindt.
Bedenk goed wat je geeft want de baby stopt alles in zijn mond.

sensorische flesjes
wanneer: vanaf 26 weken (6,5 maand)
De baby is steeds beter geworden in gerichte handelingen. Je kunt proberen samen met de baby muziek te maken. Uiteraard simpel en traag en met ‘muziek instrumenten die erg makkelijk te ‘bespelen’ zijn. Zing en musiceer vooral zelf mee om ritme en maat aan te geven.

rammelaar als muziek instrument
wanneer: vanaf 28 weken (7 maanden)
De baby is steeds beter geworden in gerichte handelingen. Je kunt proberen samen met de baby muziek te maken. Uiteraard simpel en traag en met ‘muziek instrumenten die erg makkelijk te ‘bespelen’ zijn. Zing en musiceer vooral zelf mee om ritme en maat aan te geven.

complexere muziekinstrumenten
wanneer: vanaf 28 weken (7 maanden)
Tijd voor de echte uitdaging! Moeilijker hanteerbare rammelaars. De opstap naar echt muziekinstrumenten!

motorische ontwikkeling
Doen!
Gebruik de juiste bal
Ballen zijn erg belangrijk om de motoriek te stimuleren. Je zult zien dat de voorlopers voordat er een ronde ‘normale’ bal gebruikt wordt behoorlijk afwijken qua vorm en materiaal.
Het eerste half jaar biedt je vooral de bal aan. Dit kan door hem op te hangen, in het handje te geven, naast de baby neer te leggen of in het gezichtsveld te houden. Echt heel veel sprake is er nog niet van samenspel. Uiteraard betekent dit niet dat er geen interactie plaatsvindt tijdens het spel.

Compartimentenbal
wanneer: vanaf 13 weken (ruim 3 maanden)
Deze bal is makkelijk door een baby te grijpen: de compartimenten zijn niet te dik waardoor het goed in het babyhandje past en er zijn heel veel kansen om te raken bij het ‘mikken’ tijdens het grijpen.
De bal is zacht en licht. Als hij op de baby valt is er niets aan de hand.
De verschillende kleuren komen tegemoet aan de behoeft van contrast.

Puzzelbal
wanneer: vanaf 14 weken
De puzzelbal is een variant op de compartimentenbal. Hij is echter één stapje moeilijker omdat de compartimenten wat dikkere zijn.

Sensorische ballen
wanneer: vanaf 15 weken
Deze ballen zijn klein. De baby maakt kennis met verschillende soorten texturen.
De bal heeft heeft veel punten om naar te grijpen en kan bewegen, maar rolt niet weg van de baby.

In elkaar grijpende diaken
wanneer: vanaf 16 weken (4 maanden)
De baby is toe aan iets meer uitdaging. De bal mag ietsje zwaarder worden. Doordat de disken een hoek hebben van 90 graden en in elkaar grijpen is er overzicht voor de baby: het is duidelijk waar je ‘de bal’ kunt vastpakken. Dit speeltje is perfect om de van hand-tot-hand-transfers en het vroeg rollen en wiebelen aanmoedigen.

Bal van natuurrubber
wanneer: vanaf 17 weken
Op dit punt raken baby’s vaak meer geïnteresseerd in speelgoed om op te kauwen en te happen. Vroege bijtringen zijn hier handig, deze is vooral fijn omdat hij gemakkelijk vast te pakken is, veilig om op te kauwen en niet te ver wegrolt. Een traditionele houten Montessori-rammelaar (die ook met de belrammelaar kan worden geïntroduceerd) kan ook een soortgelijk doel dienen.

Cilinderbel
wanneer: vanaf 18 weken (4,5 maanden)
Een belcilinder is geweldig voor een baby die wat meer begint te bewegen en toch supergemakkelijk op te pakken is.
Het is een mooie stap omhoog van de in elkaar grijpende schijf, omdat hij een beetje zal rollen. Het geluidje, dat veel baby’s erg interessant vinden, stimuleert het verder grijpen en tillen en gericht(er) neer’leggen’.

SKWISH
wanneer: vanaf 19 weken (bijna 5 maanden)
De Skwish is om een aantal redenen een populair Montessori-vriendelijke speeltje om vroeg aan de baby aan te bieden. Het heeft veel gebieden die een kind kan vastgrijpen. Het maakt een erg aangenaam geluid en beweegt op heel interessante manieren. Zeer geschikt voor het perfectioneren van dat grijpen, hand tot hand verplaatsen, reiken en rollen.

winkle
wanneer: vanaf 21 weken (ruim 5 maanden)
De winkle lijkt erg op de skwish omdat hij helpt bij het grijpen, hand-tot-hand transfers en vroeg reiken en bewegen (omdat hij niet echt rolt). Het voegt ook een taaie textuur toe. Deze is erg prettig voor doorkomende tandjes. De Winkle vereist een iets nauwkeurigere greep omdat er geen ballen aan de buitenzijde bevestigd zijn en geen ‘dikke’ stokken.

zachte bal
wanneer: vanaf 22 weken (5,5 maand)
Er zijn zoveel opties als het om ballen gaat. Er zijn enorm veel babyspelletjes mee te verzinnen. Denk aan spelletjes die rollen en mikken (oog-hand-coordinatie) stimuleren, spelletjes waarmee baby gestimuleerd worden om te gaan verplaatsen (tijgeren/ kruipen/ lopen) of samenspel te stimuleren.
Zachte, lichte ballen zijn erg prettig als eerst ‘echte’ bal omdat ze gemakkelijk vast te pakken zijn en niet te ver rollen.
Nogmaals: de mogelijkheden met een zachte bal zijn eindeloos.

Pikler vlechtbal
wanneer: vanaf 23 weken (bijna 6 maanden)
De Pikler vlechtsel is ideaal omdat de baby deze makkelijk kan vastpakken. De structuur maak de bal voor de baby interessant.
Hij is niet te zwaar maar wel stevig.

O-bal
wanneer: vanaf 24 weken (6 maanden)
De Pikler vlechtsel is ideaal omdat de baby deze makkelijk kan vastpakken. De structuur maak de bal voor de baby interessant.
Hij is niet te zwaar maar wel stevig.

Het tweede half jaar staat meer in het teken van spel voor de baby: bewuste interactie met de bal en met anderen. Biedt daarom diverse (spel)-uitdagingen aan.
Ballans oefenen
wanneer: vanaf circa 7 maanden
Nodig:
– een senso-bal met ‘sprietjes’ of een andere structuur.
– tafel met stoel of kinderstoel
– iets waarmee een baby veilig kan ‘schilderen’. Bijvoorbeeld yogurt (evt met een kleurtje) of wat meel.
• Zorg dat de baby aan tafel zit (zelfstandig of bij jou op schoot).
– Laat de baby ‘schilderen’ met de bal door te rollen of heen een weer te gaan. Een papieren afdruk is nog niet nodig: het gaat om het proces, niet om het resultaat.
*Uiteraard is dit een activiteit waar je zelf bij dient te blijven.
- Hou het aanbod beperkt: 1 bal en 1 soort ‘verf’.
Dit is goed voor:
Oog-hand-coordinatie, eigenschappen van materialen leren kennen.

Ballans oefenen
wanneer: vanaf circa 8 maanden
Neem een grote evenwichtsbal
• Leg de bal op een kleed voor je. Til de baby op en zet hem op de bal. Kijk goed naar de (non-)verbale signalen van de baby of het niet te eng is.
– Houdt de baby vast en wiebel langzaam kleine rondjes. Hierdoor leert het kind balans houden.
*Uiteraard laat je het kind in geen geval los.
Als het erg spannend is kun je ook starten met samen op de bal te gaan zitten.
Dit is goed voor:
Het stimuleert het zelfstandig gaan zitten.


Bal rollen
wanneer: vanaf circa 9 maanden
Neem een zachte bal.
• Creëer een strook tussen jullie tweeën waarlangs de bal rolt. Dat kan met je benen, een rij boeken of een paar dozen.
• Zet de baby recht tegenover jou en ga zelf aan het andere uiteinde zitten. Vraag om aandacht door te zeggen: “Kijk, hier komt de bal!”
• Rol de bal zacht naar de baby. Die zal het prachtig vinden wanneer de bal zijn of haar richting oprolt. Help om de bal met twee handjes te pakken en laat zien hoe hij of zij de bal weer terug kan rollen.
– De meeste baby’s vinden het makkelijker om de bal te gooien dan te rollen. Rollen vereist meer focus en controle. Laat zien hoe je baby de bal met beide handen kan duwen.
– Ook superleuk om met een collega en nog een baby te doen!
– Beheerst de baby dit spel goed en wil je meer uitdaging bieden? Gebruik van verschillende soorten senso-ballen.
Dit is goed voor:
Oog-handcoörinatie, op de beurt laten wachten, sociale compentie


Introductie stuiteren
wanneer: vanaf circa 10 maanden
Nodig: Een Hevea Ster Bal
• Creëer een strook tussen jullie tweeën waarlangs de bal rolt. Dat kan met je benen, een rij boeken of een paar dozen.
• Zet de baby recht tegenover jou en ga zelf aan het andere uiteinde zitten. Vraag om aandacht door te zeggen: “Kijk, hier komt de bal!”
• Stuiter de bal zacht naar de baby. Die zal het superinteressant vinden om de bal te zien stuiteren. Het vangen zal nog de nodige oefentijd kosten 🙂
– Geef de baby regelmatig de bal zelf in zijn/haar hand zodat hij/zij ook kan gooien. Als de bal stuitert zal het kind dit ervaren als een beloning!
Dit is goed voor:
Oog-handcoörinatie, op de beurt laten wachten, sociale compentie, ontdekken van eigenschappen van materialen

Doekjes uit 0-bal trekken
wanneer: vanaf circa 11 maanden
Nodig: doekjes en 0-bal
Stap 1:
• Prop de doekjes in de 0-bal. Strek de puntjes eruit zodat de baby de puntjes makkelijk kan pakken.
• Neem de baby op schoot en laat langzaam zien hoe je er een doekje uittrekt. Herhaal tot de doekjes op zijn.
Herhaal stap 1 totdat de baby signalen vertoont zelf mee te willen helpen.
Stap 2:
• Maak de bal weer klaar (kan een meteen na stap 1 maar kan ook een dag later)
– Neem de baby weer op schoot. Pak zijn/ haar handje en help de doekjes uit de bal te trekken. Herhaal tot de doekjes helemaal op zijn.
Herhaal stap 2 tot je het idee hebt dat de baby snapt wat de bedoeling is.
Stap 3:
– Maak de bal weer klaar. Neem de baby op schoot laat de baby zelf de doekjes eruit trekken.
Herhaal stap 3 tot het lukt. Daarna kan de baby dit spel zelfstandig spelen.
Vindt de baby het spel boeiend beheerst het het spel? Dan kun je variëren door doekjes van verschillende materialen er in te stoppen. Of aan sommige doekjes een belletje te naaien.
Dit is goed voor:
Oog-handcoörinatie, ontdekken van eigenschappen van materialen, gevoel van zelfredzaamheid
